Auteur Willem Vermeulen over ‘VAN MAANEN. Vier generaties in transport’

willem vermeulen van maanen
De feitelijke informatie voor het boek ‘VAN MAANEN. Vier generaties in transport’ komt voor een groot deel uit de bedrijfsarchieven van Van Maanen. Aanvullende en sfeerinformatie heeft auteur Willem Vermeulen gehaald uit gesprekken met leden van de familie Van Maanen en (voormalige) chauffeurs. Het fotomateriaal is van vele kanten aangereikt, zowel vanuit de familie Van Maanen als van de zijde van voormalige en huidige medewerkers.
Willem Vermeulen heeft drie jaar aan het boek gewerkt en tientallen gesprekken met informanten gevoerd. ‘Die gesprekken zijn er niet alleen met familieleden en personeelsleden geweest, maar ook met medewerkers van overheidsinstanties en belangenorganisaties. Gebeurtenissen in het bedrijf zijn vaak alleen te begrijpen als je de achtergronden kent. In de jaren zeventig bijvoorbeeld reed Van Maanen veel op het Midden-Oosten. Waarom was er zoveel transportwerk op het Midden-Oosten? Waar kwam die vraag naar vervoer vandaan? Dat soort zaken leg ik uit, waardoor de lezer ontwikkelingen in het bedrijf kan plaatsen in de historische context.’

‘Evenals mijn in 2004 verschenen boek over het transportbedrijf Hesselman noem ik ‘VAN MAANEN. Vier generaties in transport’ een transportbiografie. ‘Beide bedrijven zijn familiebedrijven. Het persoonlijke en het zakelijke zijn nauw met elkaar verweven. Dat zie je overal in de geschiedenis van Van Maanen terug, zeker in de periode vóór 1980, toen er nog geen zakelijke scheiding tussen privé en bedrijf bestond. In 1950 kreeg Gerrit van Maanen een oogziekte die hem in enkele jaren tijd volledig blind maakte. Doordat hij lange tijd niet kon functioneren en zijn oogziekte hoge medische kosten met zich meebracht, viel het bedrijf bijna om. Dankzij het ingrijpen van Gerrits echtgenote Aleida werd dat voorkomen. Mijn boek is een verhaal over zaken èn mensen, en daarmee geen gewoon transportboek. De term ‘transportbiografie’ dekt precies de lading van het soort boeken dat ik over familietransportbedrijven wil maken.’

‘De transportbiografie ‘VAN MAANEN. Vier generaties in transport’ bevat een enorme hoeveelheid foto’s, in zwartwit en kleur. Over de aanwezigheid van foto’s had ik niet te klagen. Foto’s waren er in overvloed, bij Van Maanen zelf en in de privécollecties van voormalige en huidige medewerkers. Belangrijke gebeurtenissen in het bedrijf zijn bijna altijd fotografisch vastgelegd. De liefhebbers van vrachtwagens komen in het boek volledig aan hun trekken. Vrijwel alle merken en type wagens die in het bedrijf hebben gereden, zijn in fotografie in het boek te vinden, tot de allereerste trekker, een Chevrolet van 80 pk uit 1930, toe. De lijst van merken die bij Van Maanen in gebruik zijn geweest, is lang: Chevrolet, Studebaker, Ford, Federal, GMC, Magirus-Deutz, Büssing, MAN, DAF, Hanomag, Mercedes, Mitsubishi, Scania, Iveco, Renault, Mack en Volvo. Tegenwoordig heeft het bedrijf uitsluitend DAF’s, Scania’s en Volvo’s op de weg. Behalve voertuigen tonen de 415 foto’s werksituaties, buitenmaatse en zware transporten, familietaferelen en originele documenten.’

‘Het schrijven en samenstellen van het boek ‘VAN MAANEN. Vier generaties in transport’ was voor mij een flink stuk jeugdsentiment. Ik heb mijn jeugd in de jaren zestig doorgebracht op een boerderij die vlak aan de oude verkeersweg tussen Amersfoort en Apeldoorn lag. Die verkeersweg was letterlijk en figuurlijk dag en nacht in het leven van mijn drie broers en mij aanwezig. Wij woonden even buiten de bebouwde kom van Voorthuizen, vlak bij het punt waar een korte tussenweg, de Verbindingsweg, uitkwam op ‘onze’ verkeersweg. Aan het eind van de Verbindingsweg ‘zat’ het transportbedrijf van Gerrit van Maanen. Om de hoek dus eigenlijk. Als we de Verbindingsweg affietsten, kwamen we langs het bedrijf. Dan vergaapten we ons aan de wagens op het parkeerterrein: allemaal Magirussen en MAN’s, de een nog mooier dan de ander. Vooral een van de MAN’s, een 13.215, weet ik nu, was door zijn strenge uiterlijk een bijna angstaanjagende verschijning. De rondneus-Magirussen bewonderden we vooral door het snerpende geluid van de luchtgekoelde motoren. Toen ik kort na het verschijnen van het boek over Hesselman door de huidige directeur van Van Maanen werd benaderd met de vraag of ik een boek over het bedrijf wilde maken, had ik niet veel bedenktijd nodig. De medewerking van de familie Van Maanen was zonder enige beperking. Alle persoonlijke en zakelijke documenten mocht ik inzien, of ze nu betrekking hadden op goede of minder goede tijden. Door die openheid is de transportbiografie een eerlijk en waarheidsgetrouw verhaal geworden, een verhaal met hoogte- èn dieptepunten, want die laatste zijn er helaas óók geweest.’